Schriftelijke vragen aan het College

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE

Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2006

 

 

 

Nummer #                                                                                     (In te vullen door de raadsgriffie)

 

 

Datum:  4 september 2007.

 

 

Aan de voorzitter van de gemeenteraad.

 

Steller vragen: BPA

 

Aan: B&W der Gemeente Amersfoort, t.a.v. de burgemeester, mevrouw A. van Vliet-Kuiper,                

                                                                                                           

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

 

Op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad van Amersfoort, wil de BPA graag de volgende vragen aan het College van B&W stellen.

 

Onderwerp: Amersfoortse aanpak van radicalisering.

 

Minister Terhorst presenteerde onlangs het nationale actieplan polarisatie en radicalisering 2007 -2011.  Dat gebeurde in Amsterdam Slotervaart waar stadsdeelvoorzitter Ahmed Markouch van zich doet spreken met een onomwonden veiligheids- en integratiebeleid.

 

In de nationale aanpak gaat het specifiek om het bestrijden/tegengaan van radicaliserings vormen en –methoden die een gevaar kunnen opleveren voor onze democratische rechtsorde en onze vreedzame samenleving.

 

Naar het oordeel van de BPA is ook een lokale aanpak nodig die vanuit verschillende invalshoeken het probleem van de samenleving ondermijnende radicalisering benadert.

 

Amersfoort is helaas niet alleen de stad van de vreedzame samenleving, waar iedereen meedoet, maar Amersfoort is ook de stad van de islamterrorist Jason W. en de stad waar volgens informatie van de AIVD extreme islampredikers ( Salafisten ) met onverdraagzaam en niet te tolereren gedachtegoed jonge gelovigen proberen op te zetten tegen onze democratische samenleving.

 

Maar het gaat niet alleen om islam, maar ook om andere religieuze geloofsuitwassen die tot maatschappelijke onverdraagzaamheid en anti-integratie leiden. Autochtone jongeren staan ook bloot aan het kwalijke gedachtegoed van intolerant rechtsextremisme.

 

Daarnaast proberen extreme milieu- en dierengroeperingen zieltjes te winnen voor de opvatting dat in het belang van welzijn van milieu en dieren de toepassing van geweld is toegestaan.

 

Dit alles onderstreept volgens de BPA de noodzaak van een lokale aanpak.

 

 

 

Over bovenstaande situatie heeft de BPA de volgende vragen.

 

 

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden.

 

1.       Is het college van al de bovenstaande feiten op de hoogte ?

2.       Is het college het eens met de opvatting van minister Terhorst, verwoord in het recent gepubliceerde ‘Actieplan polarisatie en radicalisering 2007-2011’, dat het tegengaan van polarisatie en radicalisering in het bijzonder een lokale aangelegenheid is en dat het vooral het wijkwerk betreft?

3.       Deelt het college de mening van de BPA dat gelet op de inhoud van het nationale actieplan de aanpak van (ongewenste vormen van) polarisatie/radicalisering in Amersfoort op gemeentelijk niveau thans (nog) onvoldoende is?

4.       Deelt het college de visie van de BPA dat door actief in te haken op het nationale actieplan zich kansen aandienen samen met het rijk en lokale organisaties, instellingen en burgers tot een effectieve aanpak van lokale radicalisering en onverdraagzaamheid te komen?

5.       Is het college bereid met aanvullende gemeentelijke maatregelen te komen gericht op het indammen van polariserend en radicaliserend gedrag dat onze vreedzame lokale samenleving ondermijnt en een bedreiging vormt voor onze democratische rechtsstaat?

6.       Zo ja kunt u aangeven aan welke lokale acties u denkt en op welke termijn deze uitvoerbaar zijn?

 

Namens de fractie van de Burger Partij Amersfoort ( BPA )

 

Kees Kraanen, Ruud Schulten en Hans van Wegen

 

 

Indien nodig

Toelichting:

 

Ondertekening en naam,

 

Hans van Wegen, fractievoorzitter BPA.

 

 

Inleiding:[Info:3] 

Minister  ter Horst presenteerde onlangs het nationale actieplan polarisatie en radicalisering 2007 -

2011. Dat gebeurde in Amsterdam Slotervaart waar stadsdeelvoorzitter Ahmed Markouch van zich

doet spreken met een onomwonden veiligheids- en integratiebeleid.

In de nationale aanpak gaat het specifiek om het bestrijden/tegengaan van radicaliserings vormen en –

methoden die een gevaar kunnen opleveren voor onze democratische rechtsorde en onze vreedzame

samenleving.

Naar het oordeel van de BPA is ook een lokale aanpak nodig die vanuit verschillende invalshoeken

het probleem van de samenleving ondermijnende radicalisering benadert.

Amersfoort is helaas niet alleen de stad van de vreedzame samenleving, waar iedereen meedoet, maar

Amersfoort is ook de stad van de islamterrorist Jason W. en de stad waar volgens informatie van de

AIVD extreme islampredikers ( Salafisten ) met onverdraagzaam en niet te tolereren gedachtegoed

jonge gelovigen proberen op te zetten tegen onze democratische samenleving.

Maar het gaat niet alleen om islam, maar ook om andere religieuze geloofsuitwassen die tot

maatschappelijke onverdraagzaamheid en anti-integratie leiden. Autochtone jongeren staan ook bloot

aan het kwalijke gedachtegoed van intolerant rechtsextremisme.

Daarnaast proberen extreme milieu- en dierengroeperingen zieltjes te winnen voor de opvatting dat in

het belang van welzijn van milieu en dieren de toepassing van geweld is toegestaan.

Dit alles onderstreept volgens de BPA de noodzaak van een lokale aanpak.

 

      Vraag 1:

      Is het college van al de bovenstaande feiten op de hoogte ?

 

Antwoord vraag 1:

Ja.

 

In aansluiting op uw eerdere schriftelijke vragen over dit onderwerp willen wij er nogmaals op wijzen dat er niet al te snel en automatisch een koppeling moet worden gelegd tussen traditionele/fundamentalistische stromingen binnen de verschillende geloofsovertuigingen en  gewelds(dreiging) en/of terrorisme.

Passages in uw inleiding (Amersfoort is de stad van islamterrorist Jason W. en de stad waar jonge gelovigen worden opgezet tegen onze democratische samenleving) zijn suggestief en vinden wij onnodig polariserend.

 

 

      Vraag 2:

       Is het college het eens met de opvatting van minister ter Horst, verwoord in het recent

      gepubliceerde ‘Actieplan polarisatie en radicalisering 2007-2011’, dat het tegengaan van

      polarisatie en radicalisering in het bijzonder een lokale aangelegenheid is en dat het vooral

het wijkwerk betreft?

 

Antwoord vraag 2:

Ja, het actieplan biedt veel aanknopingspunten voor een lokale (wijkgerichte) aanpak.

 

      Vraag 3:

      Deelt het college de mening van de BPA dat gelet op de inhoud van het nationale actieplan de

      aanpak van (ongewenste vormen van) polarisatie/radicalisering in Amersfoort op

      gemeentelijk niveau thans (nog) onvoldoende is?

 

Antwoord vraag 3:

In het Actieplan  polarisatie en radicalisering staan een groot aantal activiteiten die al in Amersfoort plaatsvinden, echter niet onder de noemer ‘tegengaan polarisatie en radicalisering’, maar als onderdeel van ons reguliere beleid.

Dan denken wij bijvoorbeeld aan ons integratiebeleid “Bouwen aan Binding”, waarin integratie en het bevorderen van binding  binnen de Nederlandse samenleving centraal staan (bv. de projecten van het NVA, het centrum voor duurzame inburgering); het bieden van perspectieven op scholing en werk, bijv. door coachingsprojecten voor jongeren om insluiting te bevorderen;  speciale projecten (nieuwe perspectieven, Netwerk Inzicht, Ameraad) om uitsluiting tegen te gaan;  het bevorderen van onderlinge dialoog (Dag van de Dialoog op 8 november as., het jaarlijkse Stadsgesprek, medewerking van het college aan de landelijke Dag van Respect op15 november as.).

Door contact te onderhouden met een aantal sleutelfiguren in de stad (besturen moskeeën en andere kerken, wijkmanagers en professionals (de ogen en oren in de stad) nemen wij regelmatig de ‘temperatuur’ op om zo tijdig de ontwikkelingen te kunnen signaleren.

Veel Amersfoortse activiteiten sluiten, als onderdeel van ons reguliere beleid, goed aan op het Actieplan polarisatie en radicalisering.

Daarnaast is er reguliere infomatie-uitwisseling tussen de districtschef en het hoofd van de regionale inlichtingendienst, waarbij signalen van polarisatie en radicalisering, strak worden gemonitored.

Ook verwijzen we hier, volledigheidshalve, op de nationale, landelijke inzet op het gebied van bestrijding van terrorisme. Inlichtingendiensten als de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) en de MIVD (Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst ) verzamelen informatie, op basis waarvan de de NCTb (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding ) dreigingsanalyses uitvoert. Organisaties als politie, IND, Koninklijke Marechaussee, Douane en diverse ministeries zijn hier ook nauw bij betrokken.

 

      Vraag 4:

      Deelt het college de visie van de BPA dat door actief in te haken op het nationale actieplan

      zich kansen aandienen samen met het rijk en lokale organisaties, instellingen en burgers tot

      een effectieve aanpak van lokale radicalisering en onverdraagzaamheid te komen?

 

Antwoord vraag 4:

Ja, zie ook bij antwoord 3.

Daarbij willen wij ons vooral richten op het tegengaan van isolement, polarisatie en radicalisering door het voorkomen van uitsluiting van mensen. Integratie door scholing en werk zijn naar onze mening belangrijke voorwaarden voor duurzame participatie in en binding aan onze samenleving.

We moeten ons daarbij realiseren dat insluiting en het bevorderen van binding aan de Nederlandse samenleving een wederzijds proces is, dat eisen stelt aan iedereen in onze samenleving. Je open stellen voor de ander, het tonen van  betrokkenheid, een basishouding van tolerantie, respect, wederzijdse acceptatie en bereidheid tot dialoog zijn voorwaarden om wederkerigheid en samen‘leven’ te realiseren.

 

      Vraag 5:

       Is het college bereid met aanvullende gemeentelijke maatregelen te komen, gericht op het

      indammen van polariserend en radicaliserend gedrag dat onze vreedzame lokale samenleving

      ondermijnt en een bedreiging vormt voor onze democratische rechtsstaat?

 

Antwoord vraag 5:

Wij zullen onze eigen activiteiten naast het Actieplan leggen en nagaan waar nog leemtes, c.q. aanvullingen nodig zijn voor een samenhangende aanpak. Dat nemen we op in het Veiligheidsprogramma 2008.

      Vraag 6:

       Zo ja kunt u aangeven aan welke lokale acties u denkt en op welke termijn deze uitvoerbaar

      zijn?

 

Antwoord vraag 6:

Zie bij antwoord vraag 5. Bovendien kunt u (en andere raadsleden), op niet al te lange termijn, een uitnodiging verwachten voor een informatieve bijeenkomst over de islam, het salafisme en radicalisering.

 


 [d1]Docsnummerdocument na opslaan invullen

 [Info:2]Niet invullen! Wordt ingevuld door bestuurssecretariaat

 [Info:3]Plaats hier de eventuele inleiding van het raadslid